De rol van het bouquet bij het proeven van wijn is groot. Als je de wijn drinkt, proef je als het ware ook gedeeltelijk met je neus.
Er zijn druivensoorten die per definitie een typisch eigen bouquet bezitten. Zo kunnen oudere wijnen uit de Bordeaux naar ecoline ruiken, en ruikt een Spaanse tempranillo vaak naar bramen.
Ook ontwikkelt een bouquet zich gedurende de veroudering van fruitige naar meer rijpere tonen. Een typische ontwikkeling van het bouquet laten de wijnen van de Duitse Moezel zien; van appel, citrus en mineralen in een jonge wijn naar petroleum bij oudere wijnen.
Ook een wijn gemaakt van merlot kan een apart bouquet hebben. Jaren geleden kocht ik een dure Argentijnse merlot bij mijn slijter. ’s Avonds opende ik de fles en kwam de strontlucht me meteen tegemoet. Werkelijk niet te harden. De volgende dag terug met de fles en samen met de slijter ingeschonken. De geur van koeienvla was onder invloed van het oxidatieproces helemaal verdwenen en had plaatsgemaakt voor het heerlijke volle fruitige bouquet van een voortreffelijke wijn.
Gooi daarom een wijn die niet goed ruikt dan ook niet meteen weg; soms loont het zich om het bouquet even tijd te geven om zich te laten ontwikkelen.
Lees ook:Wijnnieuws uit Soest
Lees ook:Ruik jij altijd aan de kurk?
Lees ook:De wijn en zijn glazen
Lees ook:Waarom zou ik een magnum (fles) kopen?
Lees ook:Proeven bij de slijter toegestaan!