Cabernet franc lijkt door haar milde bouquet en niet bijzonder overdadige karakter gedoemd om als aanvulling op andere druivensoorten te worden gebruikt.
In de Bordeaux, maar ook elders in de wereld speelt deze druivensoort de tweede of derde viool, naast partners als Cabernet Sauvignon en Merlot.
Toch is er een plek op de wereld waar de cabernet franc de hoofdrol speelt. In de Loire, om precies te zijn in Saumur-Champigny, Bourgueil en Chinon komt de druif helemaal tot zijn recht. De bodem is hier afwisselend en bestaat uit combinaties van leem, kalk, en vuursteen. De wijnen die hier van de cabernet franc gemaakt worden zijn vol, maar niet zwaar, en met name de betere wijnen uit Chinon kunnen door houtlagering een mooie complexe structuur ten toon spreiden.
De smaak blijft echter altijd geraffineerd, met tonen van zwarte bessen, aardbeien, zuurtjes en groene paprika. Regelmatig zijn er echter wijnliefhebbers, die de wijnen teleurgesteld als ‘zacht, rond en eenvoudig’ betitelen. Zij hebben waarschijnlijk een cruciale factor over het hoofd gezien: de drinktemperatuur. Boven de 16 graden verliest de wijn gegarandeerd haar fruitigheid. Koel daarom de fles voor het serveren van de wijn terug, en de wijn zal u betoveren.
Lees ook:Wat is eigenlijk Cabernet Franc?
Lees ook:Nieuwe AOC in de Languedoc
Lees ook:Wijnfeesten in Tours
Lees ook:Een bezoek aan de Bergerac
Lees ook:Wijn-spijs combinatie: Kabeljauwcreme met Chardonnay